Terug naar (de 60 van) Texel

Vierendelen in een hagelbui

We gaan niet aftellen! roept de speaker meermaals. En dan opeens toch…5, 4, 3, 2, 1, GO! De hagel valt als bij bestelling keihard uit de hemel. Het aftellen is het startsein voor de ongeduldige lopers die de 60 van Texel willen beginnen. Een abnormaal beeld: een snelle start met lopers die zich vooraan verdringen. Het heeft alles te maken met de barre weersomstandigheden waar de lopers zich bevinden. Na de eerste 100 lopers te hebben zien starten, zoek ik een beschut plekje achter de bussen. Zelf hoef ik nog niet van start. Als 2e loper van de estafette start ik pas over ruim anderhalf uur mijn race.

15 kilometer is al al ver voor mij, een slepende blessure is hier debet aan.

5 jaar geleden was het anders, toen ik hier ook stond. De lopers gingen na het startsignaal gemoedelijk richting streep, geen haast. De zon scheen overdadig en de gevoelstemperatuur was 20 graden hoger.

Lopen als team

Twee dagen eerder zijn we met zijn vieren, Mattijs, Ralph en Marlon inclusief, op Texel aangekomen. Als team Sparta(anse) PACt zijn we ingeschreven voor de estafette. Nadat we de laatste boot en laatste bus hebben gehaald streken we neer in de gastvrije StayOkay waar ook de finish plaatsvind. De organisatie had in de aanloop veel moeten improviseren omdat de grote organisator Martien Baars overleed. De zaterdag werd goed doorgekomen  met een fietstochtje en lunch naar De Koog en een bezoek aan het grootste Maritiem -en Juttersmuseum ter Wereld, Flora.

Op zondag genieten we van een uitgebreid ontbijt in het hostel gaan we op zoek naar de bushalte en bus die ons naar de start zal brengen. De regen wordt steeds heftiger. Op de halte leren we andere lopers kennen en voel je al een warme en ontspannen sfeer. Een bus toetert naar ons en we merken dat we als makke schapen (iets met dat schaap over een dam) aan de verkeerde kant van de weg staan. Uiteraard komt alles goed en worden we nabij de Veerhaven afgezet waar we als een van de eersten arriveren.

Regen

Om de regen te omzeilen dribbelen we naar het gebouw van de TESO veerhaven. De dame ter plaatse heeft het drukker dan normaal. Zeker 100 lopers willen een warm kopje thee of koffie. Terug naar de juiste bus, die loper 2 t/m 4 naar de juiste startplek zal brengen.

We nemen afscheid van Ralph, die gaat warmlopen. Even later zien we hem nog lopen vanuit de bus met zijn wapperende poncho. Ook komen er inmiddels lopers langs voor de 120 kilometer. Een van de lopers loopt achter Ralph, achter hem  40 joelende schoolkinderen met een stuk karton dat een cheque moet afbeelden. Vast een mooie sponsoractie. De dames van de steelband zorgen voor extra ambiance en drummen zich warm in de steeds harder neerdalende regen.

Zonneschijn

Als mijn bus in tussen Den Burgh en het Noordzeestrand is gestopt in het mooie natuurgebied De Dennen heb ik nog alle tijd om rustig in te lopen en een espresso te scoren bij de lunchtent die midden in het bos staat.

Veel lopers zijn met de auto gekomen. Het blijft een eiland en niets zo veranderlijk als het weer. Een heerlijk mild zonnetje schijnt en tussen de bomen is er geen wind. Ik bof maar weer als tweede loper. Terwijl ik van de mooie bospaadjes geniet (en wat minder van  plassende en poepende lopers die het ecotoilet gemist hebben) loop ik weer richting het wisselpunt. Een aantal enthousiaste en jeugdige atleten van AV Texel zijn aan het trainen. Als ik voorbij loop krijg ik een luid applaus en ook duimpjes van omstanders. Ik besef dat ik op het parcours loop en er veel toeschouwers denken dat ik de eerste loper ben. Met een grote glimlach loop ik er langs en duik weer de lunchroom in tot grote verbazing. Terwijl ik koffie bestel vraagt een onbekende dame onverwacht: Ken jij Jeroen van Veen? Ik denk: wat een rare vraag, is zij op zoek naar deze voor mij onbekende persoon?

Etappe 2: Lekker los in het bos

Marlon en Mattijs zijn ook uit de bus gekomen. We zien Ralph even later naderen en ik loop 100 meter voor het wisselpunt met hem mee om zijn startnummer- bevestigd aan een band om zijn middel – over te pakken.  Het zal lastig zat worden voor me. Al een jaar lang heb ik pijntjes en vanaf 8km op de weg krijg ik last van mijn voeten en bovenbenen. Gelukkig is het al snel onverhard.

Ik haal twee estafettelopers in, maar wordt daarna ook door twee andere lopers ingehaald. Een jonge loper van onder de 30 jaar. Even later een wat oudere van naar schatting 55 -60 jaar.  Ik heb na twee kilometer al pijn in mijn hielen en kan maar kort aanhaken. In de vierde kilometer gaat het steil heuvelop naar het strand. Hier loop ik snel in op de oudere loper.  In de fuik naar boven geef ik hem een duwtje in de rug De wind is hier stormkracht tegen. Ik blijf heel even achter een 60 km. Loper hangen, terwijl ik mijn arm voor mijn ogen houdt. Dit is hard nodig, want ik word hard gezandstraald. De kleine zandkorrels voelen als harde spijkers die op mijn hoofd worden geschoten. Gelukkig snel rechtsaf het strand op en de wind is hier minder fel en van opzij. Met de oudere loper lopen we afwisselend rechts en links van elkaar. Vrij snel halen we nu ook de jongere loper in die me eerder zo snel voorbij ging. Ik weet het, ik ben een zandloper!

Toch spelen de blessures langzaam op en laat ik een paar kilometer van de Koog mijn oudere metgezel gaan. We hebben dan al hele hordes (voornamelijk 60 km.) lopers ingehaald. Bij de strandopgang bij de Koog verlaten we het strand. Hier herhaalt zich de geschiedenis. De oudere loper -een bekende Texelaar-  gaat dribbelend en wandelend omhoog, ik heb nog wat extra’s. Een dame, ook van Texel, voegt zich bij ons. De man verteld dat hij helemaal brak is en ook al een etappe van 15 km er op heeft zitten. Bij de dixies stopt hij plots en versnelt de dame. We gaan door het mooie en drassige broedgebied van Zuid-Eijerland/ De Slufter. We hebben op sommige stukken weer te maken met felle wind, dus ik loop het gat met een tussensprintje dicht en kan zo even schuilen achter de rug van de dame. Even later neem ik over maar ze kan niet meer volgen. Ik slalom tussen fietsers en ultralopers. Links en rechts modderige plassen, waardoor ik soms over de grasstroken in zij of middenberm ga.

Ik geniet ook van de mooie omgeving. Nog 2 kilometer en ik heb de vaart er nog redelijk in. Op de vlakke stukken 4.30 per km. Dan plots een steile heuvel, de meesten voor me wandelen en ik kan er niet langs. Naar beneden met lange passen en daar ligt het lange geasfalteerde fietspad. Een loper met een wit shirt haalt me met hoge snelheid in: het is de jonge loper die we op het strand passeerden. Opeens veel toeschouwers en mensen op de weg. Na nog geen 14 kilometer op mijn klokje staat Marlon voor me.

Etappe 3: Help de bus staat vast

Paniek in zijn ogen en iets over een geblokkeerde weg en bus. Ik ben meer verrast over de plotse wissel en dat ik geen snelle laatste kilometer heb kunnen lopen. Later zal ik begrijpen dat Marlon maar luttele seconden daarvoor ter plaatse. Een busje had de vervoersbus klemgezet en de lopers waren in paniek. Onder politiebegeleiding was de bus maar net op tijd bij De Slufter gekomen. Ik had dus niet harder moeten lopen. Als ik de bus in ga, gaat het weer hard regenen. Ik had dus ook niet zachter moeten lopen.

De bus brengt me naar het laatste wisselpunt. Het is koud, winderig en regent. Mattijs is al ver van te voren aan  de warming-up begonnen. Vanuit de bus zien we veel lopers voorbij komen. Estafettelopers met een versnelling, ultralopers die het zichtbaar al zwaar krijgen. En het lastigste moet nog komen. Daar komt Marlon aan, het is druk bij het wisselpunt en de estafettelopers moeten hier een parallel stuk afleggen wat voor de lopers lastig te zien is. Met een duwtje leid ik Marlon naar de juiste afslag en geeft hij het nummer door aan een doorweekte Mattijs, die er helemaal klaar voor is. Met een sprintje moedig ik hem aan.

Etappe 4

Langs de Waddenzee heeft de wind vrij spel en de laatste vier kilometer is de wind weer stormachtig tegen. We zijn als ploeg inmiddels van de 43e via de 28e plaats op de 31e plaats beland.  Niet dat er iets op het spel staat, maar we hopen (van te voren uitgesproken) in de top 30 te komen. We zijn allen niet in topvorm, maar in een veld van 180 teams met soms subtoppers uit heel Nederland is dat prima. Als de bus door minidorpjes Oost en Oosterend rijd hopen we Mattijs nog te kunnen zien. We zien wel veel ander lopers knokken tegen de wind en de vermoeidheid, die het laatste stuk de lopers bijna terug blaast. Bij de finish treffen we elkaar weer. We hebben de barre tocht binnen 5 uur afgelegd en naast een mooi shirt is de fraaie medaille, een 28e plaats en de eeuwige roem onze beloning.

Na afloop hoor ik over Jeroen van Veen. Het is de loper die we bij de start zagen met de schoolkinderen. Hij is de vader van Kasper, die op 4 jarige leeftijd aan een hersentumor overleed. Die naam kende ik wel, evenals de boeken die ik vaker voorbij zag komen over hem. Opeens vallen een paar puzzelstukjes ineen. Er is een recordbedrag opgehaald voor het prinses Maxima centrum. En zo zie je dat hardlopen -en zeker op Texel -verbroederd. Bij de prijsuitreiking kom ik tal van nieuwe en oude bekenden tegen en is het fijn nagenieten in de StayOkay met een lekkere Skuumkoppe.

Over AriBombari

Run for your life, before life runs you!
Dit bericht werd geplaatst in Blogverslag hardloop wedstrijd, trail run, ultra run, Ultraloop en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie